Een kritische reflectie op organisatievraagstukken blijft een noodzaak, het is geruststellend te weten
dat
meer en meer wetenschappelijk onderzoek sterk bijdraagt. Immers, de
complexiteit binnen hedendaagse organisaties komt juist in het management sterk tot uiting. Hierbij functioneren de formele aspecten
van het organiseren zoals de werkprocessen, procedures, systemen en organisatiestructuren
enkel in wisselwerking met de meer informele aspecten, waarvan leiderschap een treffend voorbeeld is.
Bovendien maken snelle veranderingen in zowel de omgeving als de ontwikkelingen in ICT en technologie het
moeilijk dit om te zetten naar procedures en structuren. Daarbij leiden de complexiteit van
processen en de afhankelijkheid van gespecialiseerde kennis meer en meer tot een
decentralisatie naar teams en individuen. Hierdoor ontstaan nieuwe organisatievormen met meer mogelijkheden naar een toenemende autonomie, vrijheid en empowerment. Anderzijds neemt
tegelijkertijd de druk toe op verantwoording, transparantie en controle. Dit laat in het
hedendaags organiseren bijvoorbeeld dilemma’s
zien tussen centralisatie of decentralisatie en tussen
control of commitment. De essentie van organiseren is juist het overbruggen van deze
spanningsvelden.
Het veranderen van organisatievormen en manieren van organiseren worden ook wel
de organisatie-innovatie of de organisatie 2.0 genoemd. Denk bijvoorbeeld aan
netwerkorganisaties, ecosystemen,
lean organiseren, zelfsturende teams, coöperatieve organisatievormen.
Veel van deze ontwikkelingen in organisatiedenken zijn eveneens een reactie op
de functioneel gestructureerde bureaucratie met haar fundamenten in het begin van de vorige
eeuw hetgeen niet altijd meer past bij een hedendaagse context.
Nochtans zijn organiseren en veranderen, en hoe hiermee om te gaan, belangrijke begrippen.
Organisatiekunde gaat over veranderingen binnen organisatievormen en geeft inzicht in de
werkingsprincipes en de onderliggende logica binnen organisaties. Organiseren gaat daarbij over
‘wat’
en veranderen over ‘hoe’.